Parallelle sporen

Het platteland van Oldebroek is niet alleen op gemeentelijk niveau onderdeel van beleid. Andere overheden en instanties hebben beleid, ambities of uitvoeringsprogramma’s opgesteld voor dit gebied. Of die van invloed zijn op het buitengebied. Bijvoorbeeld de provincie Gelderland. De lopende trajecten van deze organisaties worden in het programma ‘parallelle sporen’ genoemd. Hieronder is een overzicht van de parallelle sporen opgenomen inclusief links naar de betreffende beleidsdocumenten.

Om een integrale aanpak te formuleren in het Programma Vitaal Platteland Oldebroek, worden deze parallelle sporen zo goed mogelijk in kaart gebracht om koppelkansen te vinden en benutten. Zo wordt voorkomen dat ondernemers en inwoners overmatig bevraagd worden. En worden middelen en tijd efficiënter ingezet.

In de inventariserende fase zijn gesprekken gevoerd met andere overheden en partners ten behoeve van de afstemming rondom het programma. Er zijn gesprekssessies gehouden met vertegenwoordigers van de Regionale Energie Strategie (RES), de Regionale Adaptatiestrategie (RAS), de Gelderse aanpak Stikstof, Provincie Gelderland (specialisten op het gebied van landschap/landgoederen, agrifood en agrarisch natuurbeheer), Kop van de Veluwe (verstedelijkingsopgave) en een deskundige op het gebied van de aanpak klimaatadaptatie. De gesprekken verliepen positief en ook vanuit de partners wordt het belang gezien van samenhang en afstemming. Van daaruit is er bereidheid om verder mee te denken in de uitwerking van het programma.

Wat opvalt is, dat zowel de aanpak stikstof als de RES de overgangszone / landgoederenzone ziet als pilot of proeftuin voor een integrale aanpak. In dit deelgebied lijkt een gebiedsgerichte aanpak kansrijk. Hier is veel dynamiek en ook qua landschap is hier winst te behalen. Of dit een pilot kan worden, wordt besproken met de betrokken partners.

Op het gebied van landschap werkt de provincie aan streekgidsen. Deze kunnen benut worden in de uitwerking van het programma en worden te zijner tijd ook vastgelegd in de provinciale omgevingsverordening.

Vanuit het programma Agrifood is er deskundigheid beschikbaar om ondernemers te ondersteunen bij een omslag naar een meer duurzame en natuurinclusieve landbouw. Het programma kan hierbij ondersteunen door verbindingen te leggen met de provincie. 

Ook is gewezen op het belang van de bodem en het grondwater, niet alleen voor de bestrijding van de droogte, maar ook voor de versterking van de biodiversiteit.

Lees meer informatie over de parallelle sporen die zijn aangehaakt bij het programma.

 

Parallelle sporen

Het platteland van Oldebroek is niet alleen op gemeentelijk niveau onderdeel van beleid. Andere overheden en instanties hebben beleid, ambities of uitvoeringsprogramma’s opgesteld voor dit gebied. Of die van invloed zijn op het buitengebied. Bijvoorbeeld de provincie Gelderland. De lopende trajecten van deze organisaties worden in het programma ‘parallelle sporen’ genoemd. Hieronder is een overzicht van de parallelle sporen opgenomen inclusief links naar de betreffende beleidsdocumenten.

Om een integrale aanpak te formuleren in het Programma Vitaal Platteland Oldebroek, worden deze parallelle sporen zo goed mogelijk in kaart gebracht om koppelkansen te vinden en benutten. Zo wordt voorkomen dat ondernemers en inwoners overmatig bevraagd worden. En worden middelen en tijd efficiënter ingezet.

In de inventariserende fase zijn gesprekken gevoerd met andere overheden en partners ten behoeve van de afstemming rondom het programma. Er zijn gesprekssessies gehouden met vertegenwoordigers van de Regionale Energie Strategie (RES), de Regionale Adaptatiestrategie (RAS), de Gelderse aanpak Stikstof, Provincie Gelderland (specialisten op het gebied van landschap/landgoederen, agrifood en agrarisch natuurbeheer), Kop van de Veluwe (verstedelijkingsopgave) en een deskundige op het gebied van de aanpak klimaatadaptatie. De gesprekken verliepen positief en ook vanuit de partners wordt het belang gezien van samenhang en afstemming. Van daaruit is er bereidheid om verder mee te denken in de uitwerking van het programma.

Wat opvalt is, dat zowel de aanpak stikstof als de RES de overgangszone / landgoederenzone ziet als pilot of proeftuin voor een integrale aanpak. In dit deelgebied lijkt een gebiedsgerichte aanpak kansrijk. Hier is veel dynamiek en ook qua landschap is hier winst te behalen. Of dit een pilot kan worden, wordt besproken met de betrokken partners.

Op het gebied van landschap werkt de provincie aan streekgidsen. Deze kunnen benut worden in de uitwerking van het programma en worden te zijner tijd ook vastgelegd in de provinciale omgevingsverordening.

Vanuit het programma Agrifood is er deskundigheid beschikbaar om ondernemers te ondersteunen bij een omslag naar een meer duurzame en natuurinclusieve landbouw. Het programma kan hierbij ondersteunen door verbindingen te leggen met de provincie. 

Ook is gewezen op het belang van de bodem en het grondwater, niet alleen voor de bestrijding van de droogte, maar ook voor de versterking van de biodiversiteit.

Lees meer informatie over de parallelle sporen die zijn aangehaakt bij het programma.